Duurzaamheid was en is topsport
Net als in de vorige column staat ook nu weer het begrip duurzaamheid centraal. Gewoon omdat het kan. En omdat er niet genoeg aandacht aan besteed kan worden aan dit bijzonder fenomeen, zo las ik ergens. Voeg daarbij het feit dat Moeder Aarde over een jaartje of dertig zo’n tien miljard mensen moet zien te verstouwen, ga er maar aan staan. Zo is duurzaamheid zo’n beetje topsport te noemen, of niet?
Van afval scheiden een sport maken
Dat deden ze in de Groningse gemeente Loppersum ook door Diftar in te voeren. U weet wel, het zoveel mogelijk scheiden van afval in de hoop en verwachting de hoeveelheid te verminderen. Wat weer als groot voordeel heeft dat de jaarlijkse afvalstoffenheffing gereduceerd kan worden. In ons geval werkt dat. Ik heb het namelijk even uitgezocht. Waar doorgaans de gemeentelijke belastingen stijgen, betalen wij minder dan vorig jaar. Onze afvalstoffenheffing is €60,- lager geworden dan voor Diftar. We maken er dan ook een sport van om het scheidingsproces te bevorderen. In de hoek van de kamer staat een doos voor het oud papier. Op het aanrecht een afsluitbaar bakje voor GFT-afval. Waardoor het voor een gezin bestaande uit vier personen mogelijk is om de grijze container een keer per maand bij de weg te zetten. Af en toe moet ik er wel eens in gaan staan stampen om het volume te reduceren maar dat mag de pret niet drukken. Vorig jaar plaatsten wij op deze manier slechts 256 kilogram afval bij de weg middels dertien ledigingen. En nee, de rest hebben we niet in het Middelstummer bos gedumpt…
Topsport met een theezakje van gister in de derde helft
Ik moet bekennen dat ik de creativiteit qua duurzaamheid van huis uit heb meegegeven. Hoewel het goed is voor de inhoud van de portemonnee, ging het ver hoor. Mijn ouders hadden zelfs een emmer met water in het toilet staan om de WC door te spoelen. Wees gerust, alleen voor de kleine boodschap hoor. Het water haalden ze uiteraard uit de grote regenton waarmee het regenwater uit de dakgoten werd opgevangen. Het een paar dagen met een theezakje doen, gaat mij inmiddels wel wat te ver. Hoewel een rooibostheezakje best twee keer gebruikt kan worden zonder dat het ten koste gaat van de smaak. Dat is wel een kwestie van smaak natuurlijk.
Maar de groentetuincyclus vond ik misschien wel het mooist om te volgen. Om te zien hoe de groentezaden gezaaid werden en de pootaardappelen gepoot. Enige maanden later groeiden de groenten en aardappelen welig. Al het GFT-afval ging in de zelf gebouwde compostbak en werd aan het eind van het jaar over het braakliggende grond uitgekruid en vervolgens volgde het intensieve spitproces. Topsport ten top. Daar kwam ik achter toen mijn vader het in verband met zijn fysieke gesteldheid niet zelf meer kon.
Grenzen aan de groei
Ondanks al deze praktijken ben ik opgegroeid in een enorme welvaart. Je kunt het je bijna niet voorstellen dat de generaties die komen het nog beter krijgen dan ons. De grenzen aan de groei zijn toch echt bereikt?! En dan valt het denk ik niet mee om een stapje terug te doen. Want juist gematigd leven is een belangrijk onderdeel van topsport. Maar we zullen wel moeten toch? Wanneer we straks met tien miljard medeaardbewoners willen overleven…
Bert Koster is tekstschrijver en schrijft met regelmaat columns voor Klimaatgroep Holland over actuele onderwerpen. Altijd wordt op een grappige of onverwachte wijze een brug geslagen tussen de actualiteit en de innovatieve klimaatoplossingen van Klimaatgroep Holland. Meer informatie: www.bert-koster.nl